Broedplaats voor cultuur. En vogels
WC’s die spoelen met regenwater, broedkasten in de gevel en temperatuurregulatie door de bodem als warmte- en koudebron te gebruiken. Het nieuwe onderwijs- en cultuurcomplex heeft het allemaal. Onze duurzaamheidscoördinator Thomas Heye werd geïnterviewd voor het online magazine Spuiq.nl. “Dit is het eerste theater in Nederland dat niet alleen duurzaam wordt gebouwd, maar ook duurzaam is ontworpen en daarvoor al een BREEAM-ontwerpcertificaat heeft ontvangen”, vertelt Thomas.
Voor de gemiddelde buitenstaander is een bouwplaats een bouwplaats. Maar schijn bedriegt. De bouwplaats van het onderwijs- en cultuurcomplex is een toonbeeld van duurzaamheid: alles voor het BREEAM-NL oplevercertificaat. BREEAM is een van oorsprong Engelse duurzaamheidscertificering voor nieuwe gebouwen. Alleen als een gebouw in negen verschillende categorieën voldoet aan een heel pakket aan duurzaamheidseisen die verder gaan dan de Nederlandse of Europese regelgeving, kan het deze officiële duurzaamheidserkenning krijgen. Gezien dit het eerste gebouw met theaterfuncties in Nederland is dat op een dergelijke manier wordt gecertificeerd, krijgt het wel een op maat gemaakt toetsingsproces.
Thomas: “Er moet met een heleboel zaken rekening worden gehouden, zowel tijdens het ontwerp, de bouw als daarna door de gebruikers. Denk aan voor de hand liggende thema’s als water- en energieverbruik, gebruik van duurzame materialen en afvalscheiding. Maar ook aan minder bekende thema’s als transport. Zo moeten toekomstige gebruikers het pand goed kunnen bereiken met openbaar vervoer en fiets.”
Een ander belangrijk BREEAM-toetspunt is ecologie. Voor certificering moet de bouw een positieve invloed hebben op de plaatselijke natuur. “Dat lijkt een haast onmogelijk opgave, zo midden in de stad”, zegt Thomas. “Maar we hebben een ecoloog onderzoek laten doen naar de mogelijkheden. En wat blijkt: er is eigenlijk best veel natuur in de binnenstad. Vooral vogels.” Met die kennis op zak, zijn er dus ook nog vleermuizenverblijven en ruim vijftig broedkasten voor mussen, koolmezen, zwaluwen en zelfs slechtvalken in het ontwerp opgenomen.
Andere duurzame toepassingen zijn onder meer het gebruik van de temperatuur van de ondergrond om het gebouw te kunnen koelen en verwarmen, het gebruik van gerecycled puin in plaats van kiezels in het beton, de opslag van regenwater in de kelder van het gebouw waarmee wc’s gespoeld worden en een dak vol met zonnepanelen. Zo’n 40% van de benodigde energie voor het gebouw komt daarmee uit duurzame bronnen.